De Paesplas is van oorsprong een grindgat. De plas is ontstaan door het afgraven van zand en grind.

In 1948 verscheen de baggermolen van de heer H.W. Paes in Heijen (dat toen nog onder de gemeente Bergen viel), vlakbij de grens van de gemeente Gennep, om zand en grind te baggeren.paesplas-baggermolenHierboven een foto uit de Gazet van Limburg van 1948 waarbij het volgende werd geschreven over de baggermolen:

“De Baggermolen Beatrix is een van de grootste van het land met een gewicht van 600 ton. De huidige kosten van de bouw van een dergelijke molen zouden de ƒ 1½ miljoen benaderen… Vijftig emmers dalen en stijgen langs de ‘ladder’ om tien meter onder de waterspiegel gulzige happen uit de bodem te nemen. Het kamrad bovenaan heeft een middellijn van 1½ meter. Naast de baggermolen de onderlosser ‘Jan’ waarop de familie kwikstaart woont. Het nestje bevindt zich onder de hoes van de ankerlier op de voorplecht”.paesplas-binnenzeeHierboven een foto uit de Gazet van Limburg van 1949 van de binnenzee die door de baggeractiviteiten ontstond:

“In Heysens kunstmatige binnenzee is altijd een druk verkeer van schepen. Op de voorgrond een bank, waar de onderlossers het nog onvoldoende gezuiverde materiaal voorlopig hebben gestort. Later wordt dit nog eens opgebaggerd”.

paesplas-tekening-klein


Er werd in Heijen gebaggerd van 1948 tot 1950.

In 1950 kwam de doorsteek naar de gemeente Gennep en werd er gebaggerd tot 1952. Zo ontstond fase 1 (de geel gekleurde gedeelten in de tekening).

Nadat de vernieuwde vergunningen waren uitgegeven werd er doorgebaggerd tot 1956 en ontstond fase 2 (zie de tekening, de blauw gekleurde gedeelten zijn erbij gekomen).

Klik op de afbeelding voor een grotere weergave van de tekening.